Als twee van ’s werelds beste drummers op je
plaat willen meespelen, moet je wel uit het goede hout gesneden zijn. Na
het goed ontvangen debuut, ‘Focal Point’, moet Paul Cusick op ‘P’dice’
(kort voor prejudice) definitief bevestigen. De Britse
multi-instrumentalist doet wat van hem verwacht wordt.
Binnen een retrospectief genre als prog toch vernieuwend uit de
hoek komen, het is de aard van dit beestje. Niet Yes of Genesis, maar
Porcupine Tree, OSI en Tool klinken door in de eigen composities van
deze ex-gitarist uit de begeleidingsband van Peter Gabriel. Maar het is
ook de afwisseling met mijmerende, Floydiaanse passages die deze plaat
boven de middelmaat doet uitstijgen.
‘P’dice’ is niet de plaat waar je meteen vrolijk van wordt. Het
typisch Britse, druilerige gevoel van somberheid overheerst. Cusick
heeft als singer-songwriter verhalen te vertellen met dezelfde
misantropie als die van Roger Waters. Opvallend scherp is het
afsluitende The Human Race: “Sorry you can’t come in / We’d
like to say you’re welcome here / but that is not the case / Don’t take
this personally / we love the place that you come from / we just don’t
like the Human Race."
De keuze van Gavin Harrison (Porcupine Tree) en Marco Minnemann (UKZ,
The Aristocrats) om achter het drumkit te kruipen, is de goeie geweest.
Beiden hebben ze een moderne groove die past bij de broeierige ritmiek
en de vette galm van de gitaren. Maar eens de mokerslagen van Harrison
en Minnemann zwijgen, zijn het Cusicks arpeggio’s op de klassieke
six-string die een onbehaaglijke sfeer oproepen.
Vocaal is Pink Floyd een duidelijke referentie, maar Cusick is geen
groot zanger en dus had hij beter niet alleen een drummer, maar ook een
‘grote’ stem ingehuurd. Die moet dan wel opboksen tegen de moderne
ritmes en de interessante gitaarriffs. Misschien kan hij de volgende
keer Damian Wilson vragen, die met zijn geweldige strot momenteel indruk
maakt bij zijn nieuwe band Headspace.
Link to Source